Piemonte: Matterhorn, Monte Rosa, en Castelnuovo Calcea
Piemonte: Matterhorn, Monte Rosa, en Castelnuovo Calcea

Een aantal gedreven wijnliefhebbers met het wijnbrevet op zak heeft zich bij mij ingeschreven voor een wijnbrevet plus cursus. Negen avonden lang gaan we een bepaalde streek of een land extra uitdiepen.Enkele weken terug was Italië aan de beurt. Na een inleiding over de wijngeschiedenis van Italië hebben we ons specifiek gericht op Piemonte.
Piemonte is in het noorden en in het westen van Zwitserland en Frankrijk gescheiden door de Alpen. In het zuiden wordt de grenslijn met Ligurië gevormd door de Alpi Liguri.
De uitlopers van de Alpen in het noorden en het westen hebben een te grillig en ruw klimaat voor de wijnbouw.
De wijnranken vinden we verder weg langs de rivieren, zoals de Dora Baltea, Sesia, Tanaro, Dora Riparia en de Po.
Het grootste gedeelte van de wijngaarden vinden we in het zuiden.
De streek heeft een landklimaat met koude, lange winters en zomers die klam, vochtig en heet zijn. Kenmerkend voor de herfst zijn de dikke mistbanken (nebbia). De bodems bestaan voornamelijk uit klei, mergel en kalk.

Piemonte met als hoofdstad Turijn (Torino) is beplant met 60.000 ha witte en blauwe druivenrassen. De bekendste deelgebieden met hun wijnen zijn Langhe (Barolo, Barbaresco, Dolcetto en Nebbiolo), Roeroe ( Roero Arneis), Colline Novara en Vercelli (Ghemme en Gattinara) en Monferrato (Barbera, Brachetto, Asti Spumante en Gavi).
Tussen de theorie door werden de diverse wijnen geproefd, zoals de delicate, zacht droge witte Roero Arneis, een sappige Monferrato Bianco, de strakdroge Cortese di Gavi en een schuimende Asti Spumante.
Bij de rode wijnen om te beginnen een vriendelijke Dolcetto, gevolgd door drie verschillende stijlen Barbera`s, van fruitig tot houtgelagerd. Verrassende wijnen waarin het fruit een mooi samenspel vormde met zuur en tannine. We zijn de avond geëindigd met een Barbaresco en twee Barolo`s.
De hellingen voor de Barbaresco wijnen liggen ten oosten van het stadje Alba op een hoogte tussen 180 en 320 meter. Door de lagere ligging, dan de steilere en hogere hellingen van de Barolo wijngaarden, is het klimaat wat warmer en rijpen de druiven wat sneller. Na de vergisting volgt een rijping van twee jaar op vat en fles. De Barbaresco van het jaar 2000 had zich prachtig ontwikkeld tot elegante wijn met een fraai evenwicht tussen, hout, fruit, zuur, wat tabak en kruiden. De nebbiolo druiven laten zich hier van hun beste zijde zien.

Een glas Barolo
Een glas Barolo

De Barolo is na een moeilijke periode weer helemaal terug.
De druiven groeien op kalkhoudende mergel hellingen ten zuiden van Alba. Door het toepassen van een kortere gistingstijd, rijping op kleinere vaten wordt het fruit en de potentie van de nebbiolo druiven ten volle benut. En dat is terug te proeven in de wijn. In de glazen een Barolo van 1998 en 2004.
De oudste had zicht perfect ontwikkeld met een oudere geur en smaak. We proefden nog steeds fruit, maar vooral bos, truffel, hout, pepertjes, bitters en zuren. De afdronk had een enorme lengte. We waren er allemaal stil van.
De Barolo van 2004 liet een enorme potentie zien, maar was nog behoorlijk stroef. De wijn kwam pas los na flink walsen en enkele minuten geduld.
Daarna hebben we hier ook enorm van genoten.
Wat is er fijner om fraaie wijnen te delen met mensen die ook gek van wijn zijn!
Met vriendelijke wijngroet,
Michel van Tuil